
Er zijn dagen dat ik echt denk: “Ben ik nou gek, of is dit land één grote herhaling?”
Je hoort het overal. In de reclames. Op straat. In gesprekken. Alles wordt drie keer gezegd, soms vijf keer. Alsof de eerste vier keren niet zijn doorgedrongen. Alsof herhaling hier de enige manier is om serieus genomen te worden.
In het begin vond ik het charmant. “Ach ja, ze herhalen om aardig te zijn,” dacht ik. Maar na een paar jaar besef je dat het systeem zélf herhaling ademt. Mensen praten in cirkels. Niks wordt echt opgelost, alleen uitgesteld. Alles moet langzaam, vriendelijk, en vooral: zonder spanning.
Dat klinkt lief, maar het is killing als je gewend bent aan helderheid, aan één keer uitleggen en dan gewoon dóen.
De simpele logica die alles platmaakt
In Indonesië heerst een soort simpel denken dat aan de oppervlakte rust geeft, maar van binnen verstikt.
Mensen houden van vaste patronen. Niet te veel nadenken. Niet te veel vragen. Alles “seperti biasa” – zoals gewoonlijk.
Als iets een beetje ingewikkeld wordt – buitenlandse documenten, dubbele nationaliteit, kinderen met twee paspoorten – dan raakt men in paniek.
Men begrijpt het niet, en omdat men het niet begrijpt, wíl men het niet begrijpen.
Het past niet in het schema van herhaling en routine. Dus wordt het genegeerd of eindeloos uitgesteld, totdat jij, de buitenstaander, murw bent van frustratie.
En ondertussen blijft iedereen glimlachen.
Santai aja. Rustig maar.
Maar binnenin kook je. Want jij probeert een probleem op te lossen – zij proberen het te vermijden.
Herhalen als levensstijl
Wat me het meest fascineert, is dat deze herhaling niet alleen in taal zit, maar in gedrag.
Reclames herhalen. Politici herhalen. Leraren herhalen. Zelfs excuses klinken als echo’s van de vorige week.
Het lijkt een manier om controle te houden in een land waar niets echt zeker is.
Maar het is ook een val. Want als je alles blijft herhalen, verandert er niets.
En dan komt het gevaar: jij – als buitenlander, als iemand met een andere achtergrond – begint langzaam mee te doen.
Je begint ook te herhalen, ook te zeggen “yaudah”, “nanti aja”, “nggak apa-apa”.
Totdat je merkt dat je jezelf verliest in het moeras van beleefdheid.
Niet besmet raken
Ik heb geleerd dat je moet oppassen om niet “besmet” te raken met deze cultuur van eindeloos afwachten en herhalen.
Want zodra je meegaat, verlies je je scherpte. Je verliest je gevoel van urgentie, je lef, je directe eerlijkheid.
Mensen hier vinden dat confronterend. Ze zeggen dat je te direct bent, te hard, te westers.
Maar eerlijk is eerlijk: soms moet je hard zijn. Soms is stilte lafheid.
Dus nee, ik pas me niet volledig aan.
Ik blijf mezelf, ook al botst dat.
Ik blijf zeggen wat ik denk, al rollen er ogen of komt er een ongemakkelijke lach.
Want wie zich helemaal aanpast aan een cultuur die draait op herhaling, leert nooit meer om écht te zeggen wat hij voelt.
Tot slot
Indonesië is mooi. Warm. Vol glimlachen.
Maar onder die glimlach schuilt iets wat je langzaam slaperig maakt: de gewoonte om alles te herhalen tot niemand nog weet wat de eerste zin eigenlijk betekende.
Het is aan jou om wakker te blijven.
Om niet op te gaan in die zachte stroom van yaudah’s en santai aja’s.
Want ja, herhaling kan rust geven — maar soms is het gewoon een verdoving.
En ik?
Ik wil niet verdoofd leven.
Ik wil leven, echt leven, met betekenis — ook als dat botst, schuurt of ongemakkelijk is.